, [], Whether sufficient reason can be assigned for the ceremonies pertaining to holy things?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En er kwam [5]een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks [6]gegeven, opdat hij het [met] [7]de gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. 5. Namelijk van een andere natuur, die hier tussenbeiden is gekomen eer de andere zeven hebben gebazuind; en door dezen engel wordt hier noodwendig Christus onze Middelaar verstaan, de engel des verbonds en het aanschijn Gods, Jes.63:9, en Mal.3:1; die alleen de priester des hemels is, en onze gebeden met het reukwerk Zijner verdiensten, op het gouden altaar, dat is, op zichzelf Gode tot een aangenamen reuk offert en voordraagt, gelijk betuigd wordt Rom.8:34; Ef.5:2; Hebr.4:14, en Hebr.9:24, en Hebr.13:10,15; 1 Joh.2:1. 6. Namelijk van God Zijn Vader, dewijl Hij Hem tot een Middelaar heeft gesteld. 7. Grieks zou geven de gebeden. Dit verstaan enigen van de gebeden aller gelovigen op aarde, die gedurig tot God roepen en zuchten, dat Zijn rijk kome, en dat Hij hen verlosse van den boze. Anderen verstaan dit van de gebeden der martelaars in het bijzonder, waarvan hiervoor is gesproken, hfdst.6 vs.10; doch kan wel van al de gebeden der kinderen Gods in het algemeen verstaan worden.